Kunstzinnige hommage aan de Gorgelrijmen van C. Buddingh’

 

C. Buddingh’, Katinka van Haren (illustr.)
Gorgelrijmen en gorgelwezens

Uitgeverij d’Jonge Hond, juni 2011

gebonden, 104 pagina’s, 32 x 24 cm
ISBN 9789089102560, verkoopprijs € 19,95

te koop bij bol.com

De jonge Kees Buddingh’ bedacht de Blauwbilgorgel terwijl hij in het sanatorium Zonnegloren lag, waar hij behandeld werd voor TBC. Daar vertelde een vriendin hem over een verhaal dat zij in een Engels kinderboek had gelezen. Daarin vervulde de Bluebillgurgle een rol. Cees Buddingh’ maakte daar in het Nederlands de Blauwbilgorgel van. Die werd dus bijna zeventig jaar geleden bedacht. Veel later volgden meer wezens waar Buddingh’ gedichten over zou schrijven: de Bozbezbozzel, de Zwalm, de Jenk, de vogel Kraps, de Popokatepee, de Krillemonus en de Blokfluithaas. Het werden er bijna tachtig. Buddingh’ noemde de gedichten Gorgelrijmen.
Katinka van Haren kwam in 2007 in aanraking met de Gorgelrijmen. Geraakt door de taal maakte ze nog datzelfde jaar een grote collage van Buddingh’s eerste Gorgelwezen, de Blauwbilgorgel. Uiteindelijk werden 40 wezens door haar vereeuwigd.
Gorgelrijmen en Gorgelwezens is een kleurrijke en fantasievolle hommage aan de Gorgelwezens. Het werk van Katinka van Haren geeft hen een nieuwe dimensie.
Met een inleiding van Buddingh’-biograaf Wim Huijser.

(uitgever)

Katinka van Haren (1961) is opgeleid aan de Mode Academie Charles Montaigne en is werkzaam als beeldend kunstenaar in Dordrecht, waar ze sinds 2000 een eigen atelier/galerie heeft.

presentatie

Het boek zal worden gepresenteerd bij de opening van een tentoonstelling van Katinka van Harens Gorgelwezens in het koetshuis van Natuur- en milieucentrum Weizigt in Dordrecht op 13 mei 2011.

Zie ook Buddingh’ Gebundeld, de verzamelde poëzie, verschenen november 2010.

 

‘De Grote Drie’ – portretten van fotograaf Friso Keuris

Friso Keuris, Arnon Grunberg
De Grote Drie
Willem Frederik Hermans, Harry Mulisch, Gerard Reve

Uitgeverij d’Jonge Hond, Zwolle, maart 2011

gebonden, 32 pagina’s, 32 x 25 cm
ISBN 9789089102607, verkoopprijs van € 22,50 voor € 10,95

bestel bij bol.com

Met het overlijden van Harry Mulisch is de discussie over De Grote Drie niet ten einde. W.F. Hermans, Harry Mulisch en Gerard Reve bestormden na de Tweede Wereldoorlog het literaire firmament op een nooit geëvenaarde wijze. Begin jaren zeventig noemde criticus Kees Fens hen ‘De Grote Drie’. Fotograaf Friso Keuris heeft hen alledrie voor zijn lens gehad. Zijn portretten van De Grote Drie zijn veelzeggende iconen die erom vragen te worden geduid in het licht van hun gezamenlijke geschiedenis. Drie collega-schrijvers en bewonderaars wordt daarom gevraagd te reageren op een portret en te beargumenteren waarom de schrijver in kwestie de grootste is van de drie. Uiteraard zijn ook deze schrijvers met een portret vertegenwoordigd.

Van Arnon Grunberg is een essay over ‘De Grote Drie’ opgenomen.

Friso Keuris zelf vertelt over het portretteren van schrijvers. Wat kenmerkt een schrijversportret? In hoeverre wijkt dit af van portretten van coryfeeën uit andere beroepsgroepen?

Friso Keuris (1963) begon na zijn opleiding aan de Haagse Koninklijke Academie als portretfotograaf. Hij is gespecialiseerd in portretten van schrijvers, musici, acteurs en artiesten in binnen- en buitenland. Bij d’jonge Hond verscheen eerder van hem Dutchbat, met portretten van Srebrenica-veteranen.

Centsprenten – Massaproduct tussen heiligenprent en stripverhaal

Aernout Borms
Centsprenten
Massaproduct tussen heiligenprent en stripverhaal

Uitgeverij d’Jonge Hond, juni 2010

softcover, ca. 100 illustraties, 96 pagina’s, 20 x 20 cm
ISBN 9789089101709, verkoopprijs € 22,50

te koop bij bol.com

De Koninklijke Bibliotheek (KB) te Den Haag heeft de laatste jaren door aankoop en diverse schenkingen een collectie van circa 1.300 Centsprenten verworven. Deze uitgave biedt een verkenning van dit nu vergeten drukwerk, dat ooit in enorme hoeveelheden lering en vermaak aan kinderen en volwassenen verschafte.
Centsprenten boden gedurende bijna drie eeuwen betaalbare ontspanning en informatie voor brede lagen van de bevolking. Het zijn de voorlopers van het goedkope prentenboek, het tijdschrift en het stripverhaal. De vaak weinig geletterde kopers konden voor een prikje kennis nemen van belangrijke gebeurtenissen zoals rampen, misdrijven en veldslagen. Prenten met levens van heiligen of bijbelse taferelen gaven uiting aan devotie en religieuze overtuigingen. Er werd de spot gedreven met kwakzalvers, oude vrijsters, pantoffelhelden en slachtoffers van oplichterij. Fantasieën kwamen op prenten tot leven met allegorische onderwerpen zoals de liefdesboom, luilekkerland, de omgekeerde wereld en de levenstrap.

De technische mogelijkheden van het drukken, waardoor de manier van illustreren sterk werd bepaald, krijgen speciale aandacht.
Van de 17de tot in de 20ste eeuw zijn tientallen miljoenen prenten over Nederland verspreid. In Centsprenten wordt dit rijke erfgoed in woord en beeld in kaart gebracht.

Dit boek verschijnt in de reeks over geïllustreerde (kinder-)boeken onder redactie van Saskia de Bodt, bijzonder hoogleraar Illustraties aan de Universiteit van Amsterdam en uitgegeven door Uitgeverij d’Jonge Hond i.s.m. de Koninklijke Bibliotheek.

– Het eerste exemplaar van het boek Centsprenten is uitgereikt op een symposium over kinderprenten op 2 juni 2010, ter gelegenheid van de tentoonstelling Kinderprent voor 1 cent in het Historisch Museum in Rotterdam.

– Op 19 december 2007 is een belangrijke collectie van ruim 1000 centsprenten uit de periode 1730 tot 1900 aan de Koninklijke Bibliotheek in Den Haag geschonken door het echtpaar Borms-Koop (meer info bij KB).

– Het beeldmateriaal voor dit boek is beschikbaar gesteld door de Koninklijke Bibliotheek die haar hele collectie centsprenten voor publiek toegankelijk maakt via de website Het Geheugen van Nederland.

Veel informatie over centsprenten is ook te vinden op de website van Stichting Geschiedenis Kinder- en Jeugdliteratuur (SGKJ).

‘Van Poe tot Pooh’ – nieuw deel in serie over geïllustreerde (kinder)boeken

Bodt-Poe-2010Saskia de Bodt
Van Poe tot Pooh
Illustreren om je penselen te kunnen betalen?

In Van Poe tot Pooh onderzoekt Saskia de Bodt hoe het vak van illustrator zich heeft ontwikkeld op het snijvlak van kunst enerzijds en de literatuur anderzijds. Ze constateert hoe illustratie, vanwege het narratieve aspect, het in de kunstgeschiedenis altijd heeft moeten afleggen tegen de autonome kunst. En hoe literatuurhistorici en filologen het woord altijd boven het beeld hebben gesteld.

Aan de hand van onder meer de illustraties bij de sprookjes van Andersen en de fantastische verhalen en gedichten van Edgar Allan Poe toont Saskia de Bodt aan dat juist het beeld bij teksten onverwachte informatie kan opleveren, bijvoorbeeld over beeldvorming in een bepaalde tijd. Omdat illustraties doorgaans een groter publiek bereiken dan autonome kunst, is hun invloed groter, al is die niet altijd even gemakkelijk meetbaar.

Saskia de Bodt stelt de vraag of het niet vooral de plaatjes zijn die klassieke verhalen als Alice in Wonderland, de Grote Vriendelijke Reus en Jip en Janneke zo lang actueel houden. Beeld is universeler, veroudert minder snel dan tekst. Bijna niemand leest nu nog Vondel in de oorspronkelijke taal, maar we bewonderen wel het werk van Rembrandt. Wordt het niet eens tijd dat we op school behalve ‘tekst verklaren’ ook ‘beeld lezen’ krijgen?

Uitgeverij d’Jonge Hond, febr. 2010 / integraalband, ca. 100 illustraties – 96 pag. – afm. 20 x 20 cm / ISBN 9789089101617 / Verkoopprijs € 22,50

– Dit boek is het derde deel in een reeks over over de geschiedenis van de boekillustratie.

– Het boek werd op 25 februari 2010 gepresenteerd tijden de Boekensalon bij Bijzondere Collecties.

– Saskia de Bodt, auteur en tevens eindredacteur van deze reeks, is bijzonder hoogleraar illustratie bij de Universiteit van Amsterdam. De rede die zij uitsprak bij het aanvaarden van haar hoogleraarsambt op 13 november 2009, had dezelfde titel als dit boek:

 ‘Van Poe tot Pooh. 
Illustreren om je penselen te kunnen betalen?’. (Bericht Boekendingen)

– In 2009 verscheen in deze reeks Het beeld van Nederland in Amerikaanse kinderboeken.

– Het eerste deel in de reeks was  Zwart. Het beeld van de zwarte mens in de Nederlandse illustratiekunst 1880-1980.

Nederland afgebeeld in Amerikaanse kinderboeken

• Saskia de Bodt
Kinderen van Holland
Het beeld van Nederland in Amerikaanse kinderboeken

Kinderen van Holland is een prachtig geïllustreerde uitgave vol illustraties uit Amerikaanse kinderboeken door Saskia de Bodt, bijzonder hoogleraar Illustratie aan de UvA.

In deze publicatie geeft Saskia de Bodt een overzicht van de vele mooie en minder mooie Amerikaanse kinderboeken waarin het stereotiepe beeld wordt geschetst van het platte Holland met zijn molens en klompen, kaas, kanalen en lange koude winters. Soms oppervlakkig en kunstmatig weergegeven, vaak zijn die boeken ook heel zorgvuldig. De makers hadden vaak de bedoeling om de Amerikaanse kinderen voorlichting te geven over het verre Nederland, waar,
zo dacht men, iedereen in klederdracht liep.

Uitgeverij d’Jonge Hond, mei 2009 / Ingenaaid, softcover, 100 illustraties – 96 pag. – afm. 20 x 20 /  ISBN 9789089100986 / Verkoopprijs 18,95 Euro, nu verkrijgbaar voor 3,90 Euro

recensie Karel Berkhout, NRC Boeken, 11 sept. 2009

– Het boek Kinderen van Holland is gebaseerd op de Edelmancollectie, die in maart 2004 door Hendrik Edelman, professor emeritus van de Rutgers University in New Jersey U.S.A., aan de Koninklijke Bibliotheek in Den Haag werd geschonken.

– Kinderen van Holland is deel 2 in een reeks over geïllustreerde (kinder)boeken in samenwerking met de Koninklijke Bibliotheek. Saskia de Bodt is auteur en tevens eindredacteur van deze reeks.
Eerder verscheen Zwart. Het beeld van de zwarte mens in de Nederlandse illustratiekunst 1880-1980.